De geschiedenis van vlinderdassen gaat verder terug dan menigeen in eerste instantie zou denken. Al rond 1650 waren de eerste vlinderdassen te vinden in Frankrijk. Van daaruit hebben ze een veroveringstocht door heel Europa gemaakt. In die tijd noemde men vlinderdassen ‘jabot’. De uitspraak hiervan was ja-bow. Vandaar dat dit in het Engels al snel werd vertaald tot Bow Tie. In die periode was het dragen van vlinderdassen voorbehouden aan de aristocratie. In de beginperiode kwamen vlinderdassen in de meest uiteenlopende kleuren voor. Het dragen van een zwarte kleur das was zeer ongebruikelijk. Pas tegen het einde van de negentiende eeuw begon hier langzaam een kentering in te komen. Tegenwoordig zijn zwart en wit de meest voorkomende kleuren voor vlinderdassen. Al zijn er natuurlijk altijd uitzonderingen mogelijk op deze ‘regel’.
Tegenwoordig zijn vlinderdassen geen algemeen voorkomende mode accessoires meer. Langzaam maar zeker zijn ze, in de loop van de twintigste eeuw, uit het Nederlandse straatbeeld verdwenen. Ook in het zakenleven dragen de meeste mannen eigenlijk nauwelijks meer vlinderdassen. Al zijn er beroemde uitzonderingen. Zo is de voormalig Belgische eerste minister Elio Di Rupo zelden of nooit te spotten zonder een van de voor hem zo kenmerkende, grote, vlinderdassen. Di Rupo is tevens een van die mensen die de gekleurde vlinderdassen draagt. De meest geijkte plaats waar mannen tegenwoordig geacht worden om vlinderdassen te dragen, is op glamourfeesten. Galafeesten en bruiloften zijn de aangewezen plaatsen om vlinderdassen te dragen. Wanneer op de uitnodiging voor een feest staat dat de dresscode [i]Cocktail Attire[/i] is, dan zij vlinderdassen optioneel. Staat er [i]Black Tie[/i] op de invitatie, dan worden de heren zelfs geacht om in smoking in combinatie met een vlinderdas te verschijnen. Vroeger werd het dragen van voorgestrikte vlinderdassen als not done beschouwd. Tegenwoordig wordt dit echter niet meer als een probleem beschouwd.